De laatste jaren opereren er lieden die wel brood zien in beelden langs de openbare weg - vooral wanneer je er een busje of vrachtwagen naast kan zetten. Het zijn de ongeletterden zonder geweten die in de meeste gevallen in enigerlei mate materiaal kunnen herkennen. Zij hebben gehoord dat er in brons koper zit. En koper is de laatste tijd duurder geworden. Dus, zo redeneren zij, is de openbare kunst ook van hun - vooral van hun en generen zij zich er niet voor om het 'op te halen' en bij helers te koop aan te bieden. Die helers zien, evenals de bronsdieven, ook alleen maar materiaal in de dingen. Verder hebben zij ook niet geleerd om te kijken, behalve naar de TV die zij van de opbrengsten het gestolen goed hebben kunnen aanschaffen. Verder dan 'big brother' komen zij niet - over cultuur gesproken.
De beeldende kunst in de openbare ruimte heeft het, vooral in Nederland, dus niet gemakkelijk. De enkelingen die alleen vanwege het materiaal van de beeldende kunst houden, en het zich toeëigenen, zijn hopelijk een gevolg van de hudige tijd, die weer zal veranderen. Sinds de decennia dat beelden - dankzij de percentageregelingen - hun weg naar het publiek vinden, heeft dat zelf depubliek niet altijd onverdeelde waardering voor deze opwaarderingen van het leefnilieu.
Ten tweede zijn het de opdrachtgevers, veelal de gemeentelijke apparaten zelf die het met het wel en wee van de beelden in de openbare ruimte niet erg nauw nemen. Onderhoud schijnt niet van toepassing te zijn op kunstwerken. De tegenstanders van een cultureel opgewaardeerde omgeving met uitingen van beeldende kunst zijn daar dankbaar voor; van een onverzorgd beeld past meer in hun straatje (niet op hun straat dus). Overheidsgebouwen en hun omgeving hebben wèl de nodige aandacht; maar omdat men er vanuit gaat dat beelden en monumenten voor de eeuwigheid bedoeld zijn, behoeven deze dus geen onderhoud. Graffiti wordt ook alleen verwijderd vanwege de aard van de tekst of de tekens zelf.
De laatste tijd is er niettegenstaande enige kentering te herkennen. In bijvoorbeeld Hellevoetsluis, Hendrik Ido Ambacht en Apeldoorn heeft Segno d'Arte al de nodige kunstwerken gerestaureerd en gereinigd. Hopelijk zijn de positieve effecten van deze aandacht voor de omgeving in goede zin besmettelijk.
Maar de bescherming van beelden in de openlucht is in deze tijd harder nodig dan ooit. tevoren. Zij schromen niet om musea te bezoeken om een inventarisatie te maken van de toegepaste materialen; en komen dan later, wanner het niet zo druk is, terug om e.e.a. op te halen. Zij laten zich niet leiden door enige kennis van zaken en nemen ook beelden van internationaal gerenommeerde beeldhouwers mee - beeldhouwers zoals Henry Moore, Rodin en andere waar zij nog nooit van gehoord hebben.